Noors staatsfonds stapt uit machinebouwer Caterpillar om Israël

OSLO (ANP/AFP/RTR) – Het Noorse staatsinvesteringsfonds heeft zijn belang in de Amerikaanse machinebouwer Caterpillar verkocht, omdat de graafmachines en bulldozers van het bedrijf gebruikt zouden worden door het Israëlische leger voor sloopwerkzaamheden in de Palestijnse gebieden. Volgens het fonds draagt Caterpillar daardoor bij aan mensenrechtenschendingen. Ook worden vijf Israëlische banken in de ban gedaan.

Het fonds heeft nu een aandelenbelang van bijna 1,2 procent in Caterpillar verkocht. Dat belang had eind juni een waarde van ongeveer 2,1 miljard dollar. De verkoop volgt op een advies van de ethische commissie van het grootste staatsfonds ter wereld, dat een beheerd vermogen van in totaal bijna 2 biljoen dollar heeft.

Volgens het fonds worden de machines van Caterpillar door de Israëlische autoriteiten gebruikt voor “omvangrijke en onwettige vernietiging” van Palestijnse bezittingen in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever. Caterpillar zou ook geen maatregelen hebben genomen om dit tegen te gaan. Daarom zijn er onaanvaardbare risico’s op het gebied van mensenrechtenschendingen rond het bedrijf, aldus het fonds.

Israëlische nederzettingen

Bij de Israëlische banken Hapoalim, Bank Leumi, Mizrahi Tefahot Bank, First International Bank of Israel en FIBI Holdings ging het om een gecombineerd belang ter waarde van 661 miljoen dollar per eind juni. Zij zouden volgens het fonds betrokken zijn bij het financieren van woningbouw in Israëlische nederzettingen in Palestijns gebied.

Eerder verkocht ook het grootste pensioenfonds van Noorwegen zijn belangen in Caterpillar en verschillende defensiebedrijven vanwege verkopen van apparatuur aan Israël.

Bron: ANP